Historische Kring Baerne

Klik hier voor de foto-collectie Klik hier voor de object-collectie Banner3 Fc3 5146 Villa Baarnstein Banner5 Fc3 5123 Klik voor vacatures

Een verhaal met een Baarns randje uit ‘Volksverhalen uit Utrecht en het Gooi’, geschreven door Willem de Blécourt.

 

HKB2505 tienuurshondEen sterk staaltje van hekserij verhaalt van het feit dat toverheksen gedwongen zijn éénmaal per jaar een persoon of althans een levend wezen te betoveren. Dat is een ruim begrip. Het kan zowel een mens, als een dier als een plant zijn. Het slachtoffer moest sterven, aldus de overlevering. Tenzij…de schuldige tot de bedoelde zegenwens wordt gedwongen. Het is niet altijd makkelijk te zien of er toverij in het spel is. Vooral niet bij kleine kinderen, die kunnen immers niet goed vertellen wat hen overkomen is. Vind je in het hoofdkussen van het kind rozen van veren of andere vreemde figuren dan is het kind ongetwijfeld betoverd. Zo’n roos zag de schrijver van het boekje ooit in Baarn, afkomstig uit de gemeente Soest. De veren waren als een vogelnestje in elkaar gedraaid. Men liet het de schrijver met grote vreze zien, ofschoon ze er niets van geloofden. De heksen hielden volgens overlevering geheime bijeenkomsten in Eemland op de Heiligenberg bij Amersfoort.

De kunst – of zo men wil, de macht – van toveren gaat gewoonlijk van moeder op dochter over, zodat de burgers in het algemeen al met wantrouwen naar de dochter kijken. Dat een man aan de toverkunst doet heeft schrijver nooit in ons dorp (stad) gezien. Wel hoorde hij dat er één in Lunteren moest wonen. De duivel verschijnt gewoonlijk op een stormachtige avond en op een eenzame stille weg. Meestal neemt hij dan de gedaante van een zwarte hond aan, een hond die met rammelende ketting voor de wandelaar uitloopt. Twee boerenjongens die op een winteravond va het dorp naar hun vrij afgelegen huis zouden terugkeren hoorden iets dergelijks. Spoorslags keerden zij om en holden terug naar het dorp. Zij kwamen meer dood dan levend bij hun oom in Baarn aan. Twee kerels ‘die veur den duuvel nog niet bang waren’, brachten ze thuis. Zonder iets te zien of horen. Maar nog lang stond die plek in een kwaad daglicht en werd door vele dorpelingen gemeden via een omweg.

Op sommige plekken verschijnt ‘s avonds geregeld zo’n hond, die de passanten de schrik op het lijf jaagt. Bij Baarn op Soestdijk aan de Praamgracht vertoont zich elke winteravond om tien uur een dergelijk dier, dat langs de Praamgracht naar de Eem loopt. Die hond kreeg de bijnaam de ‘Tienuurshond’.

Tien Uren Heit de Klok. Een gevleugelde uitspraak. Vaak geroepen door de ratelaar die de tijd kwam roepen. Aangenomen wordt dat dit stukje geschiedenis de basis vormde voor de tienurenhond. Het verhaal gaat dat honden spoken door het gehele land, maar slechts in de omgeving van Amersfoort en Baarn vindt men echt zo’n hond. Tien uur was de gebruikelijke tijd voor het ingaan van de avondklok.

Loopt u nu nog rustig ’s avonds om 10 uur over de Praamgracht? Of bent u nu extra alert?

Met dank aan de schrijver Willem de Blécourt, die met zijn boekje de aanzet gaf voor dit korte “spookverhaal’.

HKB2505 tienuurshond praamgracht MQ